In 2011 is in polder Oukoop een proefveld aangelegd om te onderzoeken welke methode van natuur-ontwikkeling de beste kans van slagen biedt, zónder dominantie van Pitrus. Er zijn proefvakken aangelegd waarin diverse bewerkingen van de bodem worden beproefd en waarin diverse zaadmengsels zijn aangebracht. Ook zijn verschillen gerealiseerd in de hoogte van het maaiveld na afplaggen. Alle oevers zijn inmiddels goed begroeid geraakt met kleurige begroeiingen waarin Grote ratelaar, Koekoeksbloem en Moerasrolklaver sterk opvallen. Het aandeel Pitrus neemt niet toe, maar juist af. Vooral de lage oever grenzend aan het fietspad naar Driebruggen levert momenteel diverse verrassingen op. De oever heeft door geringe drooglegging een zeer laag fosfaatgehalte, zo bleek recent uit onze metingen. Hiervan blijken soorten van echt schrale omstandigheden te kunnen profiteren. Dit jaar werden er voor het eerst echt bijzondere soorten aangetroffen als Veenpluis, Lage zegge, Padderus, Moeraskartelblad, en diverse Breedbladige Orchissen. En dat terwijl op enkele meters afstand, op het midden van het perceel gewoon een productieve grasmat aanwezig is waar de beherende agrarier een goede snede gras kan oogsten. Juist deze combinatie van doelstellingen op hetzelfde perceel is een concept dat Watersnip Advies heeft bedacht en hier kan beproeven. De genoemde resultaten in de vegetatie overtreffen op dit moment onze verwachtingen. Het motiveert om dit concept verder te ontwikkelen én uit te rollen.