Kool Living heeft de afgelopen weken diverse percelen nabij Wiltenburg ingericht voor natuurontwikkeling. Watersnip Advies begeleidt dit werk. De inrichting van deze korte percelen tussen Oukoopsedijk en de plas vindt is onderdeel van de vorming van Landgoed Wiltenburg.
Tijdens een veldbezoek aan de verlaagde oevers langs de brede sloten was zichtbaar en hoorbaar dat vele watersnippen de nieuwe oevers konden waarderen als voedselgebied. Want tientallen watersnippen vlogen op uit de oevers en kozen met korte kreten al zigzaggend het luchtruim. Enkele tientallen meters verder vloog een kleine snipachtige vogel op een heel andere manier omhoog.
Deze kleine bruine steltloper vloog in rechte lijn, bleef laag boven land en water en dook al na honderd meter weer naar beneden, een slootkant in. Opmerkelijk was dat hij geen kreten slaakte, zoals opvliegende watersnippen wel doen. Het was een “bokje” , een kleiner familielid van de watersnip. De watersnip meet 27 centimeter van snavelpunt tot staartpunt, het bokje maar 19 centimeter. Omdat deze kleine vogel zo zwijgzaam is en zeer dicht benaderbaar, alsof hij je niet hoort aankomen werd hij in Sluipwijk “doofje” genoemd. De reden dat hij zo lang blijft zitten is geen doofheid, maar dat hij zo extreem op zijn schutkleur en onzichtbaarheid tussen de oeverplanten vertrouwt.
Een oudere Sluipwijker, de heer Verweij, vertelde eens dat “doofjes” in het plassengebied met de stok bejaagd werden. Men volgde een opvliegend bokje tot waar hij neerstreek, speurde hem met geoefende blik en veel geduld op, benaderde hem als op kousenvoeten en sloeg de vogel dood. En dat alles voor een boutje van 19 centimeter, waarvan de helft snavel. Het laat zien wat ook kleine jachtbuit vroeger betekende. Bijna alles dat men te pakken kon krijgen, ging de pan in. Dat hoeft gelukkig niet meer. Steltlopers en vele andere soorten kunnen veilig profiteren van de nieuwe levenskansen die in de oevers zijn gemaakt.